Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): Prokuratorsche

Prokuratorsche

, f.


I weiblicher Prokurator (I) 
  • een vrouwe en mach geen procuratrix oft procuratersse wesen uuytgenome ... als zij geconstitueert wort in huers selfs dinc te vervolgen oft te verantwoirden. ten anderen, als heur ennige actien toecomen ende vervallen zijn. ten derden ...
    1496 CoutBrab. II 2 S. 60
II Vorstand, Verwalterin eines Haushalts, insb. eines Klosters, weiblicher Prokurator (III) 
vgl. Priorin
  • soo ghenck heer J. mitter procuratersche ... aender moeder kiste ende meende daer groot gelt toe vijnden
    1410 MnlWB. VI 723
  • die procuratersche [verliest] hoor procuratorscap, ist dat sye eyschinge of scattinge te werck laten coomen by ooren weten
    1460 MnlWB. VI 724
  • suster T., prockaters der susteren to G.
    15. Jh. ZWestf. 53, 1 (1895) 181
unter Ausschluss der Schreibform(en):
unter Ausschluss der Schreibform(en):