Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): (Deichrichtereid)

(Deichrichtereid)


I Amt eines Deichrichters
  • een ieder die tot de slijtinge van een dykregtereed vermeent geregtigt te zijn
    oJ. Beekman,DijkR. I 436
II Recht auf eine Deichrichterstelle
  • tot het bedienen der dykregten werden geadmitteert de besitters van de dykregtereeden die drie in getaalc zijn
    1755 Beekman,DijkR. I 436