Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): genachten

genachten

  • de genachtinghe gedaen zynde in der manieren als ... geschreven, soo verseuckt parthie aen den heer stadthouder dach van recht gelimiteert [te] hebben, om in de possessie der ... goederen, dye alsoe genacht zijn, gestelt te woerden
    oJ. Stallaert I 486
unter Ausschluss der Schreibform(en):