Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): (Lospfand)
Artikel davor:
losmachen
losmahnen
Losmann
Losmutt
Losnehmung
losnen
1Losner
2Losner
Losordnung
Lospacht
(Lospfand)
, n.
Pfand, das noch vom Schuldner ausgelöst werden und an dem der Gläubiger daher noch kein Eigentum erwerben kann
- die eygenpandt ende eygeninge en mach niet eer geschien dan viertien dagen nadat die leste loespandt gegeven es1503 AmsterdamRbr. 583Faksimile - digitalisiert von der Universitäts- und Landesbibliothek Münster
- van een loos-pandt te legghen. als die schout een man een loos-pandt geben sal, soo sal hy segghen aldus: ick ghebe u een loos-pandt van huur van landt op de man N. eenen yegelichen behoudende sijn recht1652 Kennemerland 191Faksimile - in Google Books
- men noemt de vier eerste panden van ieder vierendeel-jaars loospanden, omdat de schuldeischer, door dezelven, nog geen eigendom verkrygt aan't goed van den gepandden, die dus, gelyk als om de loos of leuze, gepand wordt1767 NlWB. VIII 2 Sp. 2913
Artikel danach:
(lospfänden)
(Lospfändung)
1Lospfennig
2Lospfennig
Löspflicht
Losrente
Losrentebrief
Lossage
lossagen