Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): (Nachrente)

(Nachrente)

, f.


I eine Leibrente, die nach einem bestimmten Zeitpunkt entstanden ist oder verkauft wurde
  • van naer renten up huusen die ofghewonnen zyn by de voor rentiers ... aenghesien dat de voorseide naer rentier hand an tvoorseide huusslaen en wilde
    1421 CoutBruges II 140
  • van der vercopingen der narenten, die de stede van A. vercopen woude ende eensdeels vercoft hebben
    um 1447 UtrechtRBr. II 210
II rückständige Rente?
  • alle dieghene, die enige eygenscappen geworven hebben of werven zellen op liggende erff, staende timmert off renten, voer scult, loften off plechten off naerenten off tuy[c]hnissen ende diergelijcken, als die eygenscappen een jaer ende zess weken out zellen wesen, soe zellen sij hem optes scouten omganck moegen laeten leveren na vermoegen hoere eygenscap, sonder enige ruymingen te derven bieden
    1508 UtrechtRBr. II 297